Opinie | Volkert Engelsman is ceo van Eosta, Jaap Seidell is hoogleraar Voeding en Gezondheid | Artikel van 18-03-2019 in Het Financieel Dagblad
Vorige week maakte het kabinet bekend de burger te willen ontzien bij de energietransitie, door bedrijven een CO2-heffing op te leggen. Hetzelfde moet ook dringend gebeuren in de voedseltransitie. Die voedseltransitie is minstens zo noodzakelijk voor de toekomstige welvaart en vooral gezondheid van de mensheid. Tenminste, als we de wetenschap mogen geloven. Half januari werd een wetenschappelijk artikel in het medische vakblad The Lancet wereldnieuws. In dat artikel betoogden 37 wetenschappers dat een radicale overgang naar een dieet met minder vlees (en meer groente, fruit en peulvruchten) het klimaat kan redden en tien miljard mensen gezond kan voeden in 2050.
Behalve het argument van gezondheid en duurzaamheid is er ook een financieel en politiek argument voor een omslag naar een dergelijk dieet. Dankzij het systeem van ‘True Cost Accounting’ en risico-analyses in de financiële wereld, worden verborgen kosten van ons huidige voedingssysteem becijferbaar. True Cost Accounting is een nieuwe vorm van berekening waarbij niet alleen gekeken wordt naar de financiële waarden binnen een bedrijf, maar ook berekend wordt wat de impact is op de natuur en sociale omgeving waarin het bedrijf opereert. Deze impact wordt uitgedrukt in geld, zodat deze voorheen verborgen kosten van de productie zichtbaar worden.
De reactie op het artikel in The Lancet was dat de verduurzaming zal gaan leiden tot sterke prijsstijgingen voor consumenten. De angst hiervoor zagen we ook al eerder in de media, met krantenkoppen zoals ‘Ons eten moet duurder’ (Volkskrant, 16 juni 2018)) of ‘Boodschappen fors duurder’ (De Telegraaf, 30 oktober 2018). Sinds de oudheid is bekend dat verhogingen van de voedselprijs tot revoluties kunnen leiden. Kijkend naar de opstand van de Gele Hesjes in Frankrijk, is het verbazingwekkend dat de Nederlandse overheid geen maatregelen neemt om te voorkomen dat de verborgen kosten van voeding bij de consument terecht gaan komen. In een recent debat over True Cost Accounting, in het bijzijn van koningin Máxima, betoogde minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat ‘vooral consumenten’ bereid moeten zijn meer te betalen voor gezond en duurzaam eten.
Dat is een onverstandige beleidslijn. Het is vele malen goedkoper om vervuiling en schade te voorkomen door in te grijpen aan het begin van de productieketen, dan hem aan het eind van de keten op het bordje van de consument te leggen. Niet het voedsel moet duurder worden, maar de schadelijke agrochemische grondstoffen van voeding, zoals pesticiden en kunstmest. Het voorbeeld van Zweden, waar jarenlang een belasting op kunstmest werd geheven, laat zien dat daarmee de hele keten verduurzaamt. Aangezien voorkomen goedkoper is dan genezen, zullen de totale ‘inclusieve’ kosten in het systeem dan afnemen.
Dit geldt twee of drie keer zo sterk als je de gezondheidsschade van ons voedselsysteem meeneemt bij het berekenen van de ‘ware prijs’. Die schade wordt vooral veroorzaakt door overmatige vleesconsumptie en door de lege calorieën uit soja, maïs en palmolie waarmee het fastfood en het bewerkte supermarktvoedsel vol zit. De wereldwijde obesitasgolf die hiervan het gevolg is, heeft volgens consultantsfirma McKinsey alleen al een jaarlijks kostenplaatje van $2000 mrd. Dat is bijna evenveel als de wereldwijde klimaat- enmilieuschade van de voedselproductie van $2100 mrd, zo blijkt uit een rapport van de Voedsel en Landbouworganisatie FAO.Het zijn vooral arme consumenten die de gevolgen ondervinden.
Het implementeren van True Cost Accounting aan het begin van de productieketens kan zorgen voor een omslag in de voedselproductie én de gewenste dieetverandering. Een voorbeeld in Denemarken illustreert dit. Daar werd de complete overheidscatering vanKopenhagen tussen 2007 en 2015 omgeschakeld naar biologisch, zonder dat de kosten stegen. Dit kon dankzij een verschuiving van vlees en bewerkte producten naar verse groente en fruit. Ook elders zien we dat het internaliseren van verborgen kosten leidt tot een verbetering van het dieet. Dat kan de maatschappij uiteindelijk miljarden besparen.
We kunnen de wereld redden met lekker, gezond en duurzaam eten en dat is nog goedkoper ook, als je alle kosten meetelt. Maar dan moeten die ware kosten wel aan het begin van de productieketen in rekening worden gebracht. Dit kan door ‘groene’ productie met subsidie en belastingvoordelen te stimuleren, en ‘bruine’ productie af te straffen. En niet door helemaal aan het eind van de keten de consument te laten opdraaien voor de schade.