Volkert Engelsman importeert en verkoopt al 30 jaar wereldwijd biologische levensmiddelen. Zijn ervaring: Pas als misstanden duidelijk worden benoemd, nemen klanten hun verantwoordelijkheid. Want ook in de biologische sector woedt een prijzenoorlog. Dit opiniestuk verscheen eerder in het Duitse magazine Ökologie & Landbau.
Het is tijd voor een nieuw economisch model, waarin de effecten van de productie op mens en planeet in de toekomst worden meegenomen in de winst- en verliesrekening. Alleen op die manier kan de economie werkelijk duurzaam worden. De aankondiging van de Europese Unie dat zij tegen 2030 het aandeel van de biologische landbouw tot 25% wil uitbreiden, vormt hiervoor het uitgangspunt.
De praktijk van invoer en distributie is in de biologische sector een stuk complexer dan in de conventionele landbouw. Niet alle consumenten, maar toch zo'n 99 procent wil het hele jaar door biologisch geteelde mango's, avocado's en ananassen eten. In de conventionele teelt kan men met allerlei chemische stoffen, zoals dormex of gibberellinezuur, de bloei, de vruchtwisseling en de uitrijping manipuleren. Dan weet je precies tot op de dag wanneer de vruchten rijp zullen zijn voor de oogst. In de biologische landbouw daarentegen zijn deze processen afhankelijk van het natuurlijke ritme van de boom, en kan dus ieder jaar variëren, afhankelijk van het weer.
Daarom is het veel complexer om de levering van een product als ecomango's continu te garanderen. De mango's van het biologische distributiebedrijf Eosta komen in de loop van het jaar achtereenvolgens uit Spanje, Brazilië, Ecuador, Peru, West-Afrika en de Dominicaanse Republiek. De transportkilometers die een levensmiddel moet afleggen, spelen natuurlijk een rol in de aankoopbeslissingen, en daarom worden mango's geïmporteerd uit West-Afrika en niet uit India. Maar duurzaamheid is veel meer dan transportkilometers. Wij zijn van mening dat alle ecologische en sociale aspecten van duurzaamheid belangrijk zijn.
Transparantie zorgt voor eerlijkheid
De mango-leverancier Fruiteq in Burkina Faso is daar een goed voorbeeld van. Fruiteq is in 2005 opgericht als onderdeel van een Nederlands ontwikkelingsproject. De supermarktgroep Ahold zou in Burkina Faso duurzame mango's produceren om de arme boeren daar te helpen. Dat duurde precies een half jaar. Toen was de mediabelangstelling verdwenen en kwam het project niet verder van de grond. In 2009 hebben we een aanvraag ontvangen om het project over te nemen. Fruiteq maakte al vier jaar lang verlies, maar er was een fabrieksmanager in het bedrijf die een kans verdiende. Zongo Adama is een enthousiaste ondernemer, die toentertijd geen geld had, maar wel een heleboel ideeën. Eosta regelde de financiering, hielp de biologische gewascultivering verbeteren en liet een opslagloods bouwen. Bovendien heeft Eosta bemiddeld in een deal met een Zuid-Afrikaans bedrijf dat mango's droogt. Het jaar daarop maakte Fruiteq voor het eerst winst. Inmiddels biedt het bedrijf 200 werknemers en honderden kleine boeren een inkomen. Burkina Faso is een arm land, dus zo'n bedrijf betekent veel voor de lokale welvaart.
Het hele duurzame engagement van iemand als Zongo Adama moet gezien en beloond worden, niet alleen zijn biologische certificaat. In de "oude economie" belanden bedrijven al snel in een ordinaire prijzenstrijd, waarin supermarkten en vaak ook de biologische winkels gevangen lijken te zitten. Om daaruit te komen, moet je creatief zijn. Zo verkoopt Eosta sinds dit jaar "Living Wage Mangos’' - waaronder de mango's van Zongo Adama. Een "Living Wage" is een loon dat een fatsoenlijke levensstandaard mogelijk maakt, inclusief onderwijs, gezondheidszorg en geld voor onverwachte noodsituaties. Eerlijke lonen zijn een weliswaar nog niet volgroeide, maar wel actuele ontwikkeling. De groeiende welvaartskloof in Afrika is samen met het verlies aan biodiversiteit, de opwarming van de aarde en de gezondheidsuitdagingen, misschien wel de belangrijkste uitdaging op het gebied van duurzaamheidsverbeteringen.
Prikkels creëeren
Volgens de huidige ondernemingsberekeningen kost het ongeveer tien cent per kilo mango's meer om alle 200 werknemers van Zongo Adama een Living Wage te garanderen. Hoe kunnen klanten worden overgehaald om deze tien cent meer per kilo te betalen? Daarvoor moet je een kleine stimulans creëren. Eosta communiceert eerst de prijs inclusief Living Wage Guarantee en voegt daar dan aan toe: "Je mag ook 40 cent minder betalen per krat, maar dan moet je er ook mee akkoord gaan dat de werknemers van Zongo Adama geen fatsoenlijk loon krijgen."
Zo'n aanpak lijkt te werken. Anonimiteit leidt tot uitbuiting, zichtbaarheid en transparantie leiden tot verantwoordelijkheid. Drie klanten in de Duitstalige biologische levensmiddelensector verkopen nu de Living Wage mango's. Maar ook sommige supermarktketens, zoals Aldi en Rewe, tonen belangstelling. In het algemeen moet helaas worden gezegd dat supermarkten nog altijd aan een soort schizofrenie lijden: Het topmanagement praat eindeloos over het belang van klimaatbescherming, gezondheid en een eerlijker verdeling van de welvaart, maar de inkopers proberen nog altijd de laagste prijzen uit te onderhandelen bij de producenten. Opvallend is dat biologische winkels vaak niet anders handelen, terwijl de biologische sector zich juist op dit gebied positief zou kunnen onderscheiden.
“Biologische groenten en fruit zijn niet te duur,
conventionele groenten en fruit zijn te goedkoop.”
De biologische landbouw en handel bevinden zich momenteel op een keerpunt. De Europese Commissie heeft in haar Farm to Fork-strategie aangekondigd dat zij tegen 2030 het aandeel van de biologische landbouw tot 25% wil verhogen. Tot nu toe heeft de biologische sector altijd een eigen niche in de markt gehad, waardoor de spelers zich tot op zekere hoogte konden onttrekken aan de prijzenslag op de wereldmarkt. Maar als biologisch nu mainstream wordt, is voorzichtigheid geboden. De biologische levensmiddelensector begaat een grote vergissing als ze aanneemt dat ze mee kan doen aan het altijd maar zoeken naar de laagste prijs, zoals normaal is in de prijzenstrijd van het conventionele marktmodel. In plaats daarvan moet er nog meer worden gedaan aan transparantie op het gebied van ecologie, gezondheid en sociale welvaart, om zo de werkelijke productiekosten te laten zien. Met "True-Cost-Accounting" kunnen concrete geldbedragen worden gespecificeerd. Dan wordt het ook meteen duidelijk: Biologische groenten en fruit zijn niet te duur, maar conventionele groenten en fruit zijn te goedkoop.
Artikel van www.oekologie-landbau.de